Krimp als kans voor Drents onderwijs. Onlangs mocht ik ’t woord voeren namens D66 Drenthe in provinciale staten.
Ontwikkeling van kinderen als meetlat
Het onderwijsbeleid van scholen, besturen en de overheid kan maar langs één meetlat gelegd worden: wat betekent dit voor het kind, de leerling, de student? Als de plannen kansen en ontwikkeling van kinderen versterken is het goed. Anders niet. In de problematiek van krimpregio’s en de kleine scholen dient dus het belang van het jonge kind voorop te staan. Dat kind is gebaat bij een goede school, die kwaliteit en maatwerk kan waarborgen.
Kwaliteit als leidend principe
In de afgelopen decennia hebben wij in het onderwijs steeds een ontwikkeling van groei meegemaakt. Dat was voor de scholen een meer eenvoudige ontwikkeling dan de ontwikkeling waar we nu voor staan, namelijk krimp en dalende aantallen leerlingen. Een daling betekent niet alleen financieel, maar ook onderwijskundig een enorme opgave voor scholen. Wat betreft onze fractie is kwaliteit het leidende principe.
Kleine scholen kwetsbaar
Kleine scholen kunnen meestal minder goed inspelen op verscheidenheid in leerlingen, die door de invoering van Passend Onderwijs verder toeneemt. Voor kleine scholen is het vertrek van een goede, ervaren leerkracht ingrijpender; ook is het moeilijker om leerkrachten van elkaar te laten leren, want er zijn immers hooguit enkele leerkrachten werkzaam op een kleine school. Dit zijn ontwikkelingen die zich de komende jaren versneld zullen gaan voordoen in het basisonderwijs en die vaak uitstekende kwaliteit van deze scholen kwetsbaar maakt.
Onderbouwde aanpak en vertrouw op gemeenten en schoolbesturen
D66 vindt dat schoolbesturen en gemeenten prima zelf in staat zijn om tot een opheffingsnorm te komen, maar dan is een onderbouwde aanpak wel vereist. Ook is tijdig met elkaar om tafel zitten van belang. Wat de D66 betreft, moeten eventuele prikkels de juiste kant op werken, en daar zijn er twee van: de laatste school in een dorp moet overeind kunnen blijven als dat redelijkerwijs kan en samenwerking moet gestimuleerd worden. Daarbij moet ook fusie tussen openbare en bijzondere scholen mogelijk zijn.
Verwachting van gemeenten en gemeenteraden
Onze fractie ziet voorbeelden in het onderwijsveld waarin samenwerking fantastisch wordt opgepakt, maar we zien ook nog steeds voorbeelden waarin scholen met de ruggen naar elkaar toe gekeerd staan. Men kijkt soms met een schuin oog naar de ander en denkt: ach, als de ander omvalt, dan komen de leerlingen vast bij mij en dan red ik het wel. Wij verwachten van gemeenten dat zij daar proactief in acteren en dat gemeenteraden daar toezicht op houden.
Bereikbaarheid bij krimp van groot belang
Als een school wordt opgeheven willen we dat er een plan is voor de bereikbaarheid en daarbij regionaal gekeken wordt. Hoe het vervoer vorm moet krijgen dat is aan gemeenten in overleg met ouders en scholen. Daarbij is het onverstandig om één soort leerlingenvervoer voor te schrijven.
Krimp als kans
Krimp wordt vaak gezien als een probleem, maar het biedt ook kansen. In veel krimpgebieden wordt nu al gezocht naar creatieve oplossingen om bijvoorbeeld meer samen te werken met andere scholen, met de kinderopvang of met andere instanties, om maatwerk te bieden in kleine klassen met digitaal onderwijs. Kleine scholen kunnen ook een bron zijn van nieuwe ideeën. Krimpgebieden als ons Finland, dat is het beeld dat ik daarbij krijg. Het moet kunnen.
Gepubliceerd op de site van D66 Drenthe: https://drenthe.d66.nl/2015/11/04/kleine-scholen-en-krimp-in-drenthe/